Dolomieten - Een motortoer 

                                                                De Aanloop            
De naam Dolomieten heeft een magische aantrekkingskracht op iedere volbloed motorrijder. Dat gold ook voor mij. Ik had wel eens in de bergen gereden, zowel per fiets als met de auto, maar met de motor had zich dat beperkt tot twee bezoeken aan Noorwegen. De Alpen en de Pyreneeën had ik ook al eens in het hoofd maar nee, in 2005 moesten het de Dolomieten worden.
Het nodige speurwerk via internet leverde een aantal aardige mogelijkheden op. Ik koos tenslotte voor het pakket van MTVN. Zij regelen het hotel en leveren er een roadbook bij. Je kunt natuurlijk ook alles zelf regelen maar voor zo`n eerste bergtrip leek het mij goed om “op zeker” te gaan. 
Kort vóór die tijd had ik mijn eerste navigator aangeschaft, de Streetpilot 2610, die inmiddels vervangen is door de 2720. Het roadbook op het bureau, de computer aan en Mapsource gestart. De rest van de voorpret laat zich raden. Vele uren plezier heb ik beleefd aan het digitaliseren van de route en het mooiste is dan als ter plekke blijkt dat echt alles klopt. Alle geleverde papieren routes heb ik zo in Mapsource geprikt en kort voor vertrek naar de StreetPilot overgeheveld. 

Hotel Löwen in Oy-Mittelberg

 Hotel Bernard te Canazei

In diverse publicaties was ik ook de naam Stelvio tegengekomen. Een roemruchte berg uit de Ronde van Italié en in de volksmond heeft die de bijnaam “Moordenaar” vanwege het aantal doden die deze berg al op z`n geweten heeft. Die berg wilde ik in ieder geval “nemen” en dus heb ik daarvoor zelf een route in elkaar geflanst. Achteraf kan ik zeggen dat alle routes klopten als een bus. Nergens ging ik de fout in, behalve waar ik precies op een plaatsnaam had geprikt. De ervaring leert dan dat je naar het centrum wordt geloodst en dan er weer uit. Dat gebeurt je dan één keer en daar houd je vervolgens steeds rekening mee. In het vervolg juist vóór of juist nį een plaats klikken en ook nog precies op de bewuste weg, dat is de truc .

Vrijdag 10 juni gingen we dan van start. We, dat waren mijn reisgenote Sonja en mijn andere vriendin de BMW R1100RT en natuurlijk ik zei de gek. Ik had hem net een maandje in bezit en zoals ik op dat moment nog niet wist zou ik al in september overstappen op een Yamaha FJR1300a. Niet dat de BMW niet beviel, maar de Yamaha had ik al langer in het vizier en is weer een stapje hoger in dit   segment. Deze dag dienden wij bijna 800km af te leggen naar Hotel Löwen in Oy-Mittelberg. Een goed hotel in een zeer rustig boerendorp met een zeer goede verzorging qua slapen en eten tegen een redelijke prijs. In de paar bochten die het dorp rijk is, moet je wel van het gas af, want het kan vol liggen met koeienvlaaien en daar wil je niet een uitglijertje op maken.
Nu weet ik niet meer uit mijn hoofd in welke plaats MTVN hun route naar Canazei (I) laat beginnen maar hun startpunt ligt in ieder geval in deze buurt.

De Penserjoch en de Zugspitze

De route naar Canazei voert o.a. over de Fernpass Timmelsjoch -Passo Giovo en de Via Passo Campolongo. Dat is ongeveer 300 km. genieten geblazen van prachtige bergwegen en uitzichten. Laat in de middag arriveerden wij bij Hotel Bernardte Canazei. Een goede keus van MTVN want het leek in alles wel nieuw of wellicht pas gerenoveerd. Mooie kamers met douche en toilet. `s Morgens een uitgebreid ontbijtbuffet en dan kon je meteen je dinerkeuze maken voor de avond.
                                              https://photos.app.goo.gl/ktz8DCl3kCZubv6Q2
Je kunt je voorstellen dat in de volgende dagen er steeds een passentocht gereden werd. Links- of rechtsom vanaf het hotel. In alle richtingen zullen er lussen gereden worden die allemaal hun aantrekkelijke kanten hebben maar het mooiste is natuurlijk gewoon het boggies rijden.
Als voorbeeld meteen maar de eerste dag na onze aankomst. Een route van “slechts” 120 km. maar daardoor is er ook alle ruimte om af te stijgen, plaatjes te schieten en hier of daar iets te knagen. We passeren achtereenvolgens o.a. Passo Fedaia, de Colle Santa Lucia, de langste/grootste/hoogste in deze route de Passo Giao, de Passo di Valparola, de Passo Campolongo en de Passo Pordoi. De laatste twee zullen in de loop van de dagen een beetje routine worden omdat je die dient te passeren om vanuit die richting Canazei te kunnen bereiken.
Wie over Mapsource beschikt, kan eens op z`n gemak boggies gaan tellen. Het zijn er veel en er zijn uiteraard heel veel haarspelden bij. 
Het berglandschap is soms bijna letterlijk adembenemend mooi. Keiharde kale rotspieken afgewisseld met glooiende dalen waarin grazige weiden. Het rundvee is  hier uitgerust met de bekende koebellen en toen wij schuilden voor een pletterbui heb ik een stukje film opgenomen waarop dit geluid goed hoorbaar is, een concert  van koebellen. En régenen kan het hier.  
Meestal was het `s morgens goed weer maar gaande de dag zag je de boel rondom dichttrekken. Rond twee uur was de dreiging compleet en meestal begon het tussen twee en drie dan hevig te regenen. Dat duurde nooit  lang en rond de klok van vier was het dan wel weer droog.
                                                                     
                                                                       De Moordenaar
Zo vulden wij alle dagen met routes in alle richtingen tot de 18de. Dat was de dag voor de Stelvio.
Een lange route vanwege de afstand tussen Canazei en dit monster en daarom vertrokken wij meteen na het ontbijt om half acht. De hele route neemt plm. 380km in beslag maar is in alle opzichten de moeite waard om te rijden. Bovendien was het de hele dag mooi weer, wat wil je nog meer. Je rijdt steeds maar door een prachtig landschap over mooie wegen die zich om en door plaatsen slingeren en zo hier en daar al flink stijgen en dalen voordat het echte  werk begint.

De Stelvio zelf mag gerust een beest van een berg worden genoemd. De weg naar de top wordt gaandeweg slechter want is boven natuurlijk langer onderhevig aan de winter dan beneden. Het is zaak om ook in de zomer goed gekleed weg te gaan of goede kleding mee te nemen, want ook in de zomer is het koud boven. Ook kun je verrast worden door een laaghangende wolk, zijnde mist. 59 haarspelden telt het beest in de aanloop naar de top die op 2758 meter ligt. En boven is het een drukte van belang.
Na de laatste bocht word je verrast door de vele honderden motoren die zorgen voor een spontane beurs waar echt van alles te zien is. Iedereen kuiert op z`n gemak rond, of zit in een van de tentjes bij te komen onder het genot van een hapje of een bakkie, of men staat in groepjes ervaringen  uit te wisselen.

Halverwege zijn wij gestopt om een broodje te eten en om het gemotoriseerde volkje aan ons voorbij te laten trekken. Onnodig te zeggen dat er nogal wat verschillen te zien zijn. Er zijn er die bijna stilstaand door zo`n lus tobberen en er zijn er die er flink de gang in houden. Vooral naar beneden lijkt voor nogal wat coureurs een probleem. Er zijn ook, nogal wat lieden die ik weekendridders noem,  groepjes die met een noodgang rondgaan om in een weekend zoveel mogelijk passen te rijden. Die kom je overal met dezelfde noodgang tegen. Het zijn vooral Duitsers die zich met deze sport lijken bezig te houden. Opvallend is ook dat wij onderweg niet één ongeval, of iets wat daarop lijkt, hebben gezien. Gelukkig maar.

Wie nieuwsgierig is naar deze bult kan bij Google gewoon Stelvio intikken en zich uitleven. Wat daarbij opvalt is dat de meeste pagina`s het fietsen betreft. Die zie je er dan ook veel. Als ex-fietstoerder of toerfietser kan ik mij dat goed voorstellen. Het is een geweldige klim en net zo`n zelfoverwinning of zelfkwelling desnoods als het bedwingen van de Alp D`Huez. 
De legendarische Fausto Coppiheeft hier ook een heus monumentje gekregen. Petje af voor al deze mannen die net als de motorrijders in alle leeftijdscategorieën aanwezig zijn.
Na deze top zijn we er nog niet want de afdaling is even imposant als de beklimming aan de andere zijde. En na de Stelvio volgt er nog een aantal passen/cols die allemaal weer hun eigen charme hebben. Charme in de vorm van steile, één auto brede weggetjes met slecht asfalt en nul komma nul vangrails of andere  wegbescherming.              

Het verdient aanbeveling om met een verse set banden te vertrekken of wat daar het dichtste bij komt. In ons geval reden wij steeds met twee personen en de eerlijkheid gebiedt mij te vermelden dat we niet erg rustig aan gedaan hebben waar het het stijgen en dalen in de bochten betrof. Het gevolg was dat ik ruim halverwege deze trip merkte dat de zijkantjes er nogal cuppig uit gingen zien. En tegen het einde van de trip waren de zijkanten eigenlijk helemaal weg.
De laatste dag hebben we daarom maar een beetje kalm aan gedaan en we hebben op het laatste rubber op het midden van het loopvlak de terugrit naar Nederland gemaakt. Uh ja, de mijne waren dus niet nieuw. Dit waren twee voorbeelden van routes, de een kort de ander behoorlijk lang. 
Na de rit over de Stelvio hebben we de zondag lekker rustig aan gedaan. De volgende morgen zijn we weer vroeg vertrokken richting Nederland. Oorspronkelijk was het de bedoeling om onderweg nog een keer te overnachten maar ja, eenmaal op weg trekt die stal toch wel erg. En de afstand was nou ook weer niet zo groot 1052km. Volgens onze MapSource dus lekker ordinair over de snelweg  waren we net na de koffie `s avonds thuis en konden lekker in ons eigen mandje slapen. 

Eerst Kijken, Dan Klikken!!